Agroep 09-03-01

Advaitagroep Brugge – Bijeenkomst zondag 1 maart 2009

Hallo,

Ik nodig je uit op de volgende bijeenkomst van de Advaita-groep Brugge, nu zondag.Het zal gaan over de verhouding leraar/leerling.Hieronder vind je de citaten (van Douwe) die ik uitgekozen heb, en de reactie van Douwe op deze voorbereiding.

Hopelijk tot zondag,
Jean-Pierre

Aan Douwe voorgestelde tekst:

Iedereen moet zijn eigen weg gaan.

Er is niet zomaar iemand met een bordje ‘leraar’ op de deur. Alleen in de praktijk kun je zeggen dat je van iemand iets hebt geleerd.

Dit leren vindt plaats vanuit je eigen zelfstandige zelf-zijn. Van daaruit stel je vast of je iets hebt geleerd en of het de moeite waard is je open te stellen voor wat hij of zij leert. Dit openstellen is geen afhankelijk worden, want wat geleerd wordt is juist vrij te worden.

Een totale verruiming kan meestal slechts plaats vinden via een leraar.
De laatste restanten zijn subtieler en dieper gelegen dan je denkt en daardoor lossen ze moeilijker op.
Een leraar kan je daarbij helpen.
Een leraar is een leraar voor zover je openheid van hem/haar leert.

Op een gegeven ogenblik moet je echter bij iemand beslissen “bij hem of haar wil ik blijven; ik voel dat hij mij werkelijk kan helpen”. Dan moet je ook al je begrippen loslaten, al je ideeën over wat goed en wat slecht is, over wat hij zegt of doet Je moet dan niet denken “dat is leerzaam” of “dat slaat op mij”. Bij het luisteren ga je zo gemakkelijk denken, beoordelen “dat is niet helemaal juist”, “hoe zou hij dat bedoelen”. Nee, je moet er met een open geest gaan zitten en zeggen “wat er gebeurt, gebeurt er; ik laat alles op mij afkomen. Geen verdedigingsmechanismen meer. Wat ervan komt, komt er. Ik voel dat de ander aan de andere kant staat en door wat hij dan nog in de wereld te zeggen heeft kan ik geholpen worden”. Door je helemaal open te stellen voor een authentieke leraar, kan er iets wezenlijks gebeuren.

Wat gebeurt er bij de leerling? Door de openheid op de plaats en in de vorm van de leraar schijnt licht en door dat licht kan ook de leerling het licht in zichzelf duidelijker herkennen. Uiteindelijk blijkt er één licht te zijn. Soms is het een snel proces, soms een langzaam proces, waarin de vorm steeds subtieler en doorzichtiger worden. Als dit plaatsvindt, kom je steeds meer in de openheid te leven die je aanvankelijk bij de leraar herkent. Je gaat die openheid ook bij jezelf ervaren. Dan komen die twee eerst zo gescheiden sferen samen, de scheiding van de vormen valt weg. Het licht dat je daar in de leraar ervaart en het licht dat je in je zelf herkent, vallen op een gegeven ogenblik samen wanneer de vormen verdwijnen.

Wanneer het ik voelt dat het zal oplossen en niets meer kan doen om zich in stand te houden, rest hem niets anders meer dan angst. Het zal u duidelijk zijn, dat u al deze ervaringen onder ogen moet zien en dat alleen zo het proces van het wegvallen van het ego kan doorgaan. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat hierbij het vertrouwen in het Grote, waarin alles oplost, noodzakelijk is. Pas toen ik voelde dat mijn leraar vol liefde Daar aanwezig was om mij op te vangen, kon het proces doorgaan.

Juist het uiteindelijke loslaten, waarbij het inderdaad gaat om leven en dood, blijkt alleen maar plaats te vinden wanneer er een uiteindelijke opvang is, ook al heeft deze opvang geen spoortje beperking. Dat zul je op een gegeven ogenblik moeten ervaren, zodat het inderdaad verder kan gebeuren. Zo heb ik het ook ervaren bij Shri Nisargadatta Maharaj. Aan de ene kant was hij geweldig hard. Hij zorgde ervoor dat je niets achter liet. Wanneer het werkelijk moest gebeuren, kwam het neer op óf gek worden, óf opgevangen worden. Het laatste gebeurde. Kijk, dat is dan de uiteindelijke leraar. Het gebeurt op een bepaalde manier, in een type van relatie dat je nergens vindt. Zo zijn er die twee aspecten: een totale eenzaamheid als individu, juist op het uiterste punt, en die absoluutheid, die dit doorbreekt en waarin toch weer een opvang is, al is deze iets dat helemaal geen structuur meer heeft, een gemeenschappelijkheid, een één zijn, een samen zijn. Dat maakt het loslaten van het individueel persoonlijke mogelijk: de gemeenschap zonder grenzen.

 

Antwoord van Douwe:


Fijn dat de laatste bijeenkomst zo goed was.Mooi dat de ik-discussie weg is.Het wrijvingsloos samenzijn is inderdaad een zeldzaam wonder (zie par 6.10 van Non-dualiteit).Als er de volgende keer de tekst over de leraar-leerling is, zijn er wel een paar punten die aan begin horen.?- De spirituele weg en de eventuele relatie met een leraar zijn voor iedereen uniek.?- In de tekst staan de belangrijkste dingen die ik heb ervaren.- Voor zover ik het in de laatste 28 jaar heb gezien bij anderen (in de eigen groep en elders), gelden die dingen voor iedereen.Een werkeljk verlichtend openbreken vindt blijkbaar zo plaats. En omgekeerd: als dat niet heeft plaatsgevonden, is die openheid er niet, zelfs bij ‘leraren’.?- In hoeverre er werkelijk een verlichtende doorbraak is en bij de leraar is geweest, zonder een spoortje beperking, zal moeten blijken. Daarom is het belangrijk zo diep mogelijk gevoelsmatig helder te zijn en inzicht te hebben in de zuiverheid zowel van je eigen situatie als van de leraar.?- Misschien overbodig nog eens: het gaat om de Openheid, niet om personen.

Veel herkenning gewenst bij de volgende bijeenkomst,
Douwe