Bijeenkomst zondag 1 juni 2014

‘Oude Pastorie’, Stalijzerstraat 19, Brugge
van 9u30 – 12u00
bijdrage 4 €
koffie/thee 0,5 €

Begeleiding: Jacques

Volgende citaten zullen gebruikt worden:

Bron: Non-dualiteit – De grondeloze openheid van Douwe Tiemersma

Bij het mediteren laat je je aandacht die gericht is op de wereld teruggaan naar jezelf. Je aandacht breidt zich naar binnen toe uit en wordt open. Het brandpunt van aandacht kan samenvallen met de bron van jezelf. Dan is er geen dualiteit meer; er is geen scheiding meer tussen jezelf en het waargenomene. Object en subject vallen samen. Er is geen waarnemer en geen waargenomene. Er is alleen nog maar een oneindig bewust-zijn. (p158)

De muziek is een verwijzing naar de stilte, aanvankelijk naar de stilte tussen de tonen, uiteindelijk naar de oorspronkelijke stilte. Je kunt gericht zijn op het geluid van de tonen. Als je helder bent, word je je bewust van de ruimte van stilte tussen de tonen. Als je helemaal open staat, opent zich de dimensie van de voorafgaande grote stabiele stilte. Daaruit komen muziek en stilte voort. Die Stilte is blijvend, stabiel, krachtig en blijkt omvattender te zijn dan je ooit had kunnen denken. (p 85)

Als je helder blijft, ontstaat er een actueel intern zijnsweten van de stilte. Terwijl je intern bewust blijft, stel je vast dat er geen denken is en dat er niet iemand is die zit te denken. In de stilte ben je zelf niet meer als persoon, maar als bewust-zijn aanwezig. Dat kun je intern heel duidelijk vaststellen. Als je heel helder bent, zie je ook langzamerhand de oude vormen terugkeren en ga je er toch niet in mee. Leegte wordt dan niet verstoord door vormen. (p53)

Keer terug naar de oorsprong van zelf-zijn. Je zult vaststellen dat er nooit een scheiding geweest is tussen jezelf en het absolute. Herken dit heel duidelijk.
Als je de hele identiteit van jezelf loslaat, val je samen met het Grote. Dan zijn er geen grenzen meer. In die open sfeer mag alles er zijn.
In die ontspanning verdwijnt elke afstand. Er is de universele hemelse eenheid van ‘ik ben’. In het laatste ontspannen lost ook dat op. Het is een overgave aan het Grote. Het ik is al uitgezuiverd. De laatste kwaliteiten van jezelf verdwijnen. Alleen de grote stilte blijft over. Je wordt zelf die diepe stilte. Alle scheidingen zijn weggevallen, ook met het Grote. Je komt thuis in wat het Niets was. Niets is meer nodig. In die onuitsprekelijke openheid is er niets meer te zeggen. (p 158)