.
.
Dag iedereen,
Hieronder vind je de meditatievoorbereiding voor zondag 5 november 2017.
De meditatie gaat door in ‘de nieuwe pastorie’, Stalijzerstraat 19 te Brugge.
Van 10u tot 12u30.
Bijdrage 4 euro, thee 0,5 euro.
Van harte,
Ann-Mie
Bron : ‘Ik ben’, Shri Nisargadatta, (1973). Vertaling van W. Keers (1987).
Hoofdstuk 48 (pg 197). Gewaarzijn is moeiteloos en gratis (30 maart 1971).
Bezoeker : Als u niet bewust denkt, hoe weet u dan dat uw denken juist is ?
Maharaj : Er zijn geen angsten en verlangens om het te veranderen of in te grijpen. Wat zou het dan mis kunnen laten gaan ? Als ik weet wat ik ben en wat ik vertegenwoordig, hoef ik niet doorlopend mijzelf te verifiëren. Als je weet dat je horloge goed loopt, aarzel je niet om het steeds weer te consulteren.
Bezoeker : Als het niet de geest is die op dit ogenblik spreekt, wie dan wel ?
Maharaj : Dat, wat de vragen hoort en ze beantwoordt.
Bezoeker : Maar wie is dat ?
Maharaj : Geen wie maar wat. Ik ben geen persoon in de betekenis die jij daaraan geeft, hoewel het voor jou kan lijken alsof ik er wel een ben. Ik ben die oneindige oceaan van bewustzijn waarin alle dingen gebeuren. Ik leef op een totaal ander niveau, voorbij alle bestaan en kennen, waar alleen het geluk is van het Pure Zijn. Er is niets waar ik me van gescheiden voel – daarom ben ik alles en allen. Ik ben op geen enkele manier beperkt tot welk ding dan ook.
Dezelfde kracht die vuur laat branden en water laat stromen, zaad laat kiemen en bomen laat groeien, laat mij jouw vragen beantwoorden. Aan mij is niets persoonlijks, hoewel taal en stijl persoonlijkheid kunnen lijken. Een persoonlijkheid is een patroon van gedachten en verlangens en activiteiten die daaruit kunnen voortvloeien; in mijn geval is dat patroon er niet. Er is niets waar ik naar verlang, niets waar ik bang voor ben – hoe kan er dan een patroon zijn ?
Bezoeker : Maar u gaat ook een keer dood.
Maharaj : Het leven zal wegstromen. Het lichaam zal sterven, maar dat zal mij op geen enkele manier veranderen. Ik leef voorbij tijd en ruimte, door niets veroorzaakt en zelf geen oorzaak van wat dan ook – en toch de bron zelf van alle bestaan.
Bezoeker : Zou ik u mogen vragen hoe u zo geworden bent ?
Maharaj : Mijn goeroe zei dat ik mij hardnekkig vast moet houden aan het besef ‘Ik ben’ en dat ik daar geen ogenblik van af moest dwalen. Ik heb mijn best gedaan om zijn advies op te volgen en in betrekkelijk korte tijd realiseerde ik mij de waarheid van zijn woorden. Het enige wat ik deed was me zijn onderricht en zijn gezicht te herinneren, doorlopend. Dat maakte een einde aan de geest (mind); in de stilte die overbleef zag ik mijzelf zoals ik ben – door niets gebonden.
Bezoeker : Kwam die realiteit plotseling of geleidelijk ?
Maharaj : Geen van beide. Wat je bent, ben je tijdloos. De geest realiseert naar gelang hij gezuiverd wordt van angsten en verlangens.
Bezoeker : Zelfs van het verlangen naar realisatie?
Maharaj : Het verlangen om aan alle verlangens een einde te maken is een heel speciaal verlangen, zoals de angst om bang te zijn een heel speciale angst is. Het ene laat je ophouden met graaien, het andere met vluchten. Je gebruikt dezelfde woorden maar het gaat niet over dezelfde toestanden.
Iemand die zoekt naar zelf-realisatie, is niet verslaafd aan verlangens; hij is een zoeker die tegen verlangens ingaat in plaats van met ze mee te hollen. Het verlangen van bevrijding is pas het begin; de volgende stap bestaat uit het vinden van de juiste middelen en het gebruiken daarvan. De zoeker heeft maar één doel: zijn eigen wezen te vinden. Het verlangde is zo groot, dat niets en niemand het kan geven; de zoeker en het gezochte zijn hetzelfde en het komt uitsluitend op het zoeken aan.
Bezoeker : Aan het zoeken komt een eind, maar de zoeker blijft overeind !
Maharaj : Neen, de zoeker lost zich op, het zoeken blijft, het zoeken is de uiteindelijke tijdloze Realiteit.
Bezoeker : Zoeken wil zeggen dat je iets ontbreekt, dat je iets nodig hebt, dat iets incompleet en imperfect is.
Maharaj : Neen, het betekent het weigeren van het incomplete en imperfecte. Het zoeken naar Realiteit is zelf een bewegen, dat uitgaat van de Realiteit. Je zou kunnen zeggen dat elk zoeken gericht is op reëel geluk of op het geluk van het Reële, maar met ‘zoeken’ bedoel ik het zoeken naar jezelf als de bron van het mentale bewustzijn – als het licht dat schijnt achter de geest. Aan dit zoeken komt nooit een eind, terwijl er wel een eind moet komen aan het rusteloze snakken naar alle dingen – zo niet, dan is er geen vooruitgang.
Het moet duidelijk worden dat het zoeken naar de Realiteit of God of de goeroe op precies hetzelfde neerkomen ; als een van die wordt gevonden, is alles gevonden. Als je in de geest ‘Ik ben’ en ‘God is’ niet meer van elkaar onderscheiden kunt, gebeurt er iets, en dan weet je zonder een spoor van twijfel dat God is omdat jij bent en dat jij bent omdat God is. De twee zijn één.