Internet-bijeenkomst zondag 1 nov. 2020

 

Beste vrienden,

Hieronder vind je de meditatievoorbereiding voor zondag 1 nov. 2020.
De meditatie gebeurt via ‘Zoom’.
Vanaf 10u00 tot 12u15.

De zoom-gegevens worden een paar dagen op voorhand per mail doorgestuurd naar de habitués.

Wie op vrijdag 30 okt. nog geen mail in dit verband ontvangen heeft en wil deelnemen: mail naar brugge@advaitastiltegroepen.net.

Hartelijke groet,
Petra

 

 

Thema: onsterfelijkheid.

Bron : Dat wat ik ben (Nisargadatta, Jean Dunn) p 198

Er zijn talloze vormen id de totale manifestatie, maar de bron van alle vormen is het bewustzijn

Wat is dit bewustzijn ?

In dromen zie je de maan, sterren, enz maar je identiteit is er niet. Het bewustzijn moet tijdens de waakstaat worden begrepen. Mensen komen en gaan, verschijningen komen en gaan, maar ik blijf.

Ik ben me bewust van mijn bewustzijn.

Mensen kijken overal, behalve naar de bron. Laat deze geboorte-energie buiten beschouwing en kijk dan of er door iemand ook maar iets gedaan kan worden. We beperken deze grenzeloze energie tot dit simpele fenomeen van dat ene lichaam. Onderzoek deze woorden zorgvuldig : als mijn bewuste aanwezigheid er niet is, wat ben ik dan ?

 

 

 

PAUZE

 

 

 

Bron : Vingerwijzingen van Nisargadatta Maharaj p 125 (Balsekar)

Verwarring over leven en dood

Leven en dood … eigenlijk is er geen verschil tussen die twee.

Wat is de duisternis anders dan de afwezigheid van licht ?

Wat is de dood anders dan de afwezigheid van leven ?

Leven begint als een beeld in het bewustzijn en als het beeld ophoudt te bestaan, noemen we het “dood”.

Angst voor de dood is eigenlijk het gevolg van het verlangen om te leven, het verlangen om je identificatie met het denkbeeldige “ik” eindeloos te verlengen.

De grondoorzaak van de verwarring is de misvatting dat er een entiteit is, een autonome, objectieve persoon, die deze gebeurtenissen (genaamd ‘geboorte’ en ‘dood’) alsmede de tijdsduur daartussen (genaamd ‘leven’) meemaakt. In werkelijkheid zijn het imaginaire denkbeelden in het bewustzijn, die net zoveel substantie hebben als televisie- of droombeelden.

Wie ziet ze? Het bewustzijn zelf, via het mechanisme van de tweelingconcepten tijd en ruimte, zonder welk mechanisme de verschijnselen geen waarneembare vorm zouden hebben en niet konden worden gekend.

Dit kennen zelf gebeurt via een tweedeling van de geest in een subject en een object alsmede via het proces van redeneren en selecteren, dat gebaseerd is op de dualiteit van de wederzijds afhankelijke tegenpolen -liefde en haat, geluk en ongeluk, zonde en verdienste enzovoort. Als je dit proces op de juiste wijze gadeslaat, kun je gemakkelijk begrijpen dat er niet echt een individu is dat geboren wordt, leeft en sterft.

Er is een verschijnsel, een manifestatie in het bewustzijn dat “geboren wordt” genoemd wordt ; een illusie in de ruimte.

Als deze gemanifesteerde verschijning zijn levensloop vervult en aan zijn einde komt, vindt er een andere illusie plaats in de tijd plaats die “sterven” genoemd wordt.

Dit simpele proces kan je onmogelijk doorzien zolang je blijft volhouden dat er een “belever” van het leven is of een “stervende” van de dood. Wat-wij-zijn wordt niet geboren, leeft niet en sterft niet.

   

   

PAUZE

 

 

 

Bron : Dat wat ik ben (Nisargadatta, Jean Dunn)

P341

Jij bent het bewustzijn waardoor de wereld tot expressie komt. Houd je aan die waardigheid ! daal niet af in het denken en het lichaam. Nogmaals, je moet er vast van overtuigd zijn dat je niet wordt geraakt door geboorte en dood. Je bent als ruimte, niet alleen als ruimte, je gaat vooraf aan ruimte.

p 333

Er is geen sprake van plezier of pijn, noch van angst voor de dood, voor iemand die inzicht heeft. Als je je identificeert met het lichaam dan raak je verstrikt in de betrekkingen die met het lichaam te maken hebben.

p. 327

Houd in gedachten dat wanneer de levenskracht (de adem en het bewustzijn) het lichaam verlaat, ze vooraf aan niemand toestemming zal vragen. Ze kwam spontaan en zal spontaan weer vertrekken ; dat is alles wat er gebeurt bij de zogenaamde dood. Er is niet iemand die geboren wordt of sterven zal.

   

   

EINDE

 

 

 

In “Non-dualiteit” (Douwe Tiemersma) heb ik in “2.3 VOORWOORD BIJ ‘I AM THAT’ VAN NISARGADATTA MAHARAJ” het volgende gevonden:

Zelfs de keuzen waarvan we denken dat we die op vrije wijze maken, worden door het verleden bepaald. Wanneer we de lijn van oorzaak en gevolg terug vervolgen, zien we het begin van het individu als een bevruchte eicel, waarin alle latere gebeurtenissen potentieel reeds aanwezig zijn. Het is duidelijk dat het lichaam en de geest erg beperkt zijn en dat gegeven verwijst naar een gebied voorbij hun grenzen, een hogere realiteit, die van het ‘ik-ben’. Er is niets anders dan jezelf. Er is geen dualiteit en daarom geen leed.

Print Friendly, PDF & Email